De 14 dagen brief (nog) nader verklaard; wanneer heeft een partij de brief ontvangen?

Medio mei maakten we al eens melding van de criteria waaraan een zogenaamde "14-dagenbrief" dient te voldoen en de steeds weer wijzigende inzichten die daar vervolgens op los gelaten worden.

Eén van die criteria is bijvoorbeeld dat er zonder bijkomende kosten: “binnen vijftien dagen nadat de 14-dagenbrief bij debiteur is bezorgd, moet zijn betaald”. Prachtig in theorie natuurlijk, maar hoe kan men bewijzen dat een brief op een bepaalde datum daadwerkelijk is bezorgd, bijvoorbeeld in een situatie waarin een debiteur “kwaad wil”. De wet schrijft niet voor dat een 14-dagenbrief aangetekend verzonden dient te worden.

Welnu, recent voerden wij een procedure en diende de Rechtbank zich te buigen over deze materie, meer specifiek over de vraag; hoe dient artikel 3:37 lid 3 BW geïnterpreteerd te worden? De overweging luidt als volgt: “Een aan een bepaalde persoon gerichte verklaring dient, om haar werking te hebben, die persoon te hebben bereikt. Een verklaring heeft een partij bereikt op het moment dat zij een en ander ontvangen heeft”. Tot zover een hoop woorden maar een weinig praktische benadering.

Indien de ontvangst van voornoemde verklaring wordt betwist en dus impliciet wordt gesteld dat de 14-dagentermijn feitelijk geen aanvang heeft genomen, geldt het volgende: de afzender dient feiten en omstandigheden aan te dragen en zonodig te bewijzen dat de verklaring in kwestie is verzonden naar een adres waarvan men redelijkerwijs mocht aannemen dat de geadresseerde aldaar door hem kon worden bereikt èn dat de verklaring daar is aangekomen. Als zulk een adres wordt bijvoorbeeld aangemerkt de woonplaats van een geadresseerde conform artikel 1:10 BW of, indien het een zakelijke aangelegenheid betreft, een postbus en/of mailadres die recentelijk in contacten tussen partijen werd(en) gebruikt.

Click voor het vonnis in kwestie op onderstaande link:
Vonnis Rechtbank Overijssel d.d. 20 juni 2017. De 14-dagenbrief; wanneer geldt deze als zijnde ontvangen?

Al met al is en blijft het zaak om correspondentie in kopie te bewaren want de bewijsplicht is makkelijker voorgeschreven dan dat er gevolg aan gegeven kan worden.

Vragen? U weet het inmiddels, neem gerust contact met ons op.



« terug naar overzicht
: Constant & Van den Heuvel
: 23 juni 2017
: 14 dagen, brief, ontvangst, betwist