Het flitsfaillissement, de bescherming van personeel

Werknemers van een bedrijf dat via een zogenoemd “flitsfaillissement” een doorstart maakt, hebben net zo goed recht op bescherming als het personeel van een onderneming die op een normale manier wordt overgenomen.
Bovenstaande uitspraak van het Europees Hof betreft een zaak die FNV had aangespannen tegen een partij die in 2014 een branchegenoot overnam, daags nadat die branchegenoot failleerde. Na de doorstart bleek er voor 1000 medewerkers van gefailleerde geen plaats meer te zijn.
Kern van de casus was de vraag of personeel bij zo’n snelle doorstart dezelfde bescherming geniet als wanneer het een “gewone” overname zou hebben betroffen. De vraag werd vervolgens door het Hof met “ja” beantwoord en terugverwezen naar een Nederlandse rechter die zich over de uitwerking moet buigen.
Basis van de uitspraak lijkt de overweging dat faillissementsprocedures onder toezicht van een bevoegde overheidsinstantie dienen te staan. Bij flitsprocedures, gelijk de onderhavige, zet een curator een rechter-commissaris feitelijk buitenspel en dat wordt geïnterpreteerd als een schending van die richtlijn.
Dankzij de uitspraak is het flitsfaillissement geen aantrekkelijk middel meer om op goedkope wijze van personeel en de daarbij behorende arbeidsvoorwaarden af te komen.


« terug naar overzicht
: Constant & Van den Heuvel
: 07 juli 2017
: Het flitsfaillissement, bescherming, personeel, constant en van den heuvel